Kōki Hirota

Uit GeschiedenisJapan
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Kōki Hirota

Kōki Hirota (広田 弘毅 ) was een Japanse politieke diplomaat en de 32ste minister-president van Japan, van 9 Maart 1936 tot 2 Februari 1937.

Zijn Jeugd

Kōki Hirota was geboren op 14 Februari 1878 in Fukuoka city, wat nu behoort tot Chūō-ku. Na zijn geboorte werd hij geadopteerd in de Hirota familie. Als adolescent studeerde hij rechten aan de universiteit van Tokio, waar hij de na-oorlogse premier Shigeru Yoshida leerde kennen. Kōki Hirota studeerde af in 1906.

Diplomatische carrière

Na zijn studie trad Hirota binnen in het ministerie van buitenlandse zaken om daar een diplomatische carrière te starten. Hij kreeg onmiddellijk een paar overzeese posten . In 1923 werd hij directeur in de afdeling Europa en Amerika van het ministerie van buitenlandse zaken. Van 1927 tot 1930 diende hij als ambassadeur voor Nederland. Later werd hij ook ambassadeur in de Sovjet-Unie tot 1932.
In 1933 werd Kōki Hirota minister van buitenlandse zaken, onder het gezag van premier Saitō Makoto. Dit gebeurde net na de terugtrekking van Japan uit de Volkenbond. Maar hij behield wel de positie van het daaropvolgende kabinet van Keisuke Okada.

Als minister van buitenlandse zaken, onderhandelde Hirota over de aankoop van de Chinese oost spoorweg voor de belangen van Rusland.
Hij kondigde ook later de Hirota Sangensoku aan als de definitieve standpuntbepaling van Japan ten aanzien van China. De drie principes waren: de oprichting van een Japan–China-Manchukuo[1] blok, de organisatie van een Sino-Japans gemeenschappelijk front tegen de verspreiding van het communisme en als laatste de onderdrukking van de anti-Japanse activiteiten in China. Deze principes werden gesteld op 28 oktober 1938. Hij vertelde hier ook bij dat het voor Japan ook aangenaam zou zijn als er een buffer regime zou zijn met Mongolië. De leiders van het Kantō-leger namen maatregelen om buffer Mongolië regimes uit te voeren, dit was ten westen van Manchukuo. De Chinezen dachten dat ze de oorsprong zagen van nieuwe Japanse ontwerpen op het hele gebied alsook van Peking.

Zijn carrière als Premier

In 1936, nadat de radicale groeperingen binnen het Japanse leger in diskrediet gebracht waren na het 26-Februari-incident, werd Hirota Kōki geselecteerd om admiraal Keisuke Okada te vervangen als premier van Japan. Hirota herstelde het systeem waarbij alleen militairen met actieve dienst of Marine officieren zouden benoemd worden als minister van oorlog of als minister van de marine. Dit was een systeem dat door het leger vroeger werd misbruikt om de civiele regering te doen dalen, waardoor de veto macht van de benoemingen van de mannen als onbetrouwbaar beschouwd werd. Het Hirota cabinet stemde ook in met de toegenomen budgettaire eisen van gewapende diensten.
In het voorjaar van dat jaar maakte Hirota Kōki en zijn minister van buitenlandse zaken, Arita Hachirō, duidelijk dat Japan zich niet langer gebonden zou voelen door de in elkaar grijpende netwerken van verdragen uit de conferenties van het systeem van Washington. Een nieuwe militair standpunt vereiste een nieuwe militaire opbouw. De zomermaanden werden gebruikt door het keizerlijke leger en het personeel van de marine voor de voorbereiding van een mogelijke oorlog met China, de Sovjet-Unie en de Atlantische bevoegdheden, ze legden dit voor aan het kabinet van Goedkeuring. Dit was ook de eerste keer dat een formeel document in tegenstelling tot de militaire plannen, was begonnen met de lay-out omstandigheden van wat nodig zou zijn voor de Japanse overheersing van Oost-Azië.
In termen van het buitenlands beleid, werd het anti-Komintern pact met nazi-Duitsland en fascistisch Italië ondertekend binnen het kabinet van Hirota. Dit werd gezien als de voorloper van het Driemogendhedenpact[2] van 1940.

Hirota’s tijd als premier duurde net iets minder dan een jaar. Na een onenigheid met Hisaichi Terauchi die benoemd was als minister van oorlog, over de toespraak van Kunimatsu Hamada, nam hij ontslag uit zijn positie. Kazushige Ugaki werd benoemd, maar vanwege de sterke oppositie van het leger was hij niet in staat om de regering te vormen. Daarom werd in Februari 1937 Senjūrō Hayashi benoemd ter vervanging van hem. Generaal Hayashi bleef maar ongeveer vier maanden. Daarna werd prins Konoe Fumimaro de volgende premier.

Tweede diplomatische carrière

Kōki Hirota kwam spoedig terug in de overheid om zijn baan als minister van buitenlandse zaken weer op te nemen, onder Hayashi’s opvolger, prins Konoe Fumimaro.
Terwijl hij minister van buitenlandse zaken was, was hij sterk gekant tegen de militaire agressie tegen China, die volledig zijn inspanningen ondermijnde om Japan-China-Manchukuo alliantie te maken tegen de Sovjet-Unie. Hij trachtte ook een escalatie te verhinderen van de tweede Sino-Japanse oorlog. In 1937, marcheerden de Japanse troepen Nanking binnen[3]. Hier werden duizenden onschuldige burgers levend begraven, gebruikt als doelwitten voor bajonetoefeningen, beschoten in grote groepen en in de Yangtze rivier gegooid. Later werden er groepsverkrachtingen gemeld van vrouwen variërend in leeftijd van zeven tot ouder dan zeventig jaar.[4] De internationale gemeenschap schatte dat er in die zes weken van het bloedbad, 20.000 vrouwen werden verkracht, velen van hen later vermoord of verminkt, en meer dan 300.000 mensen werden gedood.
Hoewel Hirota niet de leiding had over het leger dat Nanking binnenviel, was hij toch heel goed geïnformeerd over het bloedbad dat daar veroorzaakt was. De internationale gemeenschap had vele protesten aangetekend aan de Japanse ambassade. Bates, een Amerikaanse hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van Nanking tijdens de Japanse bezitting, heeft aangetoond dat de protesten werden doorgezonden naar Tokio en in detail besproken werden tussen Japanse ambtenaren en Amerikaanse ambassadeuren. Het leger was de kritiek van Hirota beu en probeerde een versnelde pensionering aan te vragen. In 1938 kwam er een gedwongen pensionering. Andere mogelijkheden waren het ondertekenen van de drie onderhandelingen.
In 1945 kwam Hirota echter terug naar de overheid om een Japanse vredesonderhandeling te tekenen met de Sovjet-Unie. Alhoewel er een niet-aanvalsverdrag bestond tussen Japan en de Sovjet-Unie, hadden de geallieerden de oorlog verklaard aan Japan. Daarom probeerde Hirota de regering van Joseph Stalin te overtuigen om niet deel te nemen aan de oorlog, maar uiteindelijk mislukte zijn poging en verklaarde de Sovjet-Unie ook de oorlog aan Japan in de tijd van de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki.

De Laatste dagen

Hirota Kōki krijgt de doodstraf.

Na de overgave van Japan, werd Hirota Kōki gearresteerd als een 'klasse A'-oorlogsmisdadiger en werd voor het internationale Tribunaal voor het Verre Oosten gesleept. Hirota Kōki werd schuldig bevonden voor het voeren van oorlogen van agressie en oorlogen, wat in strijd was met het internationaal recht, het uitvoeren van een niet-uitgelokte oorlog tegen de Republiek van China en minachting van de taak om schendingen van de wetten van oorlog te voorkomen.

Hirota Kōki werd veroordeeld tot ophanging en in de Sugamo-gevangenis [5] geëxecuteerd op 23 december 1948. De ernst van zijn straf was redelijk controversieel, Hirota was ook de enige die als burger werd veroordeeld door de proeven van Tokio. Er wordt nu vaak gezegd dat de belangrijkste factor van zijn doodvonnis het feit was dat hij op de hoogte was van de informatie over het bloedbad van Nanking, waarover hij getelegrafeerd zou hebben met de Japanse ambassade van Washington.
Hirota ontving regelmatig verslagen van het ministerie van oorlog over de gruweldaden van het leger, maar miste elke autoriteit over de gewraakte militaire eenheden. Niettemin veroordeelde de rechtbank Hirota’s mislukking om de wreedheden te stoppen. Andere mogelijke oorzaken was de ondertekening van het Driemogendhedenpact[6], en de antipathie van de Kwomintang-regering van China naar de Hirota Sangensoku, die leidde tot de tweede Sino-Japanse oorlog.

Voetnoten

  1. Manchukuo is de Japanse naam voor de marrionettenstaat die Japan oprichtte, dit gebeuren word ondergebracht onder het Mantsjoerije incident
  2. Voetnoot bij Driemogendhedenpact
  3. Dit incident wordt de Slachting van Nanking genoemd.
  4. Deze meisjes en vrouwen worden troostmeisjes genoemd.
  5. De Sugamo-gevangenis (巣鴨拘置所) is een voormalige Japanse gevangenis. De gevangenis werd in de jaren 1920 gebouwd voor politieke gevangenen, naar het model van de Europese gevangenissen.
  6. Het Driemogendhedenpact (ook bekend als Tripartite Pact), getekend in Berlijn op 27 september 1940, was het officiële samenwerkingsverdrag waarop het bondgenootschap gedurende de Tweede Wereldoorlog was gebaseerd. De oorspronkelijke deelnemers, Duitsland, Italië en Japan, beloofden elkaar te steunen in conflicten met andere staten, met uitzondering van staten waarmee zij bij ondertekening reeds in oorlog waren, of de Sovjet-Unie.

Bronnen

- http://en.wikipedia.org/wiki/K%C5%8Dki_Hirota - the making of modern Japan – Marius B. Jansen - http://jas.sagepub.com/cgi/pdf_extract/18/1-2/121 - http://china.org.cn/english/features/135371.htm - http://en.wikiquote.org/wiki/K%C5%8Dki_Hirota

De inhoud van deze pagina is beschikbaar onder CC-BY-SA/GFDL.